Park Apotheek

1e Oosterparkstraat 230 1091HM Amsterdam Tel:020-6652045 Fax:020-6652279

Medische Encyclopedie

Inhoud

axitinib

Axitinib is een tyrosinekinaseremmer. Dit is een doelgerichte kankerremmende stof ('targeted therapy').

Artsen schrijven het voor bij nierkanker.

Wat doet axitinib en waarbij gebruik ik het?

Kanker

Kanker is een verzamelnaam voor meer dan honderd verschillende aandoeningen, waarbij lichaamscellen zich ongeremd vermenigvuldigen. Het gevolg zijn tumoren (gezwellen) of afwijkingen in bloed en lymfebanen. Het is een ernstige ziekte die slecht kan aflopen als men er niets aan doet.

Dankzij nieuw onderzoek is tegenwoordig goede behandeling voor veel soorten kanker mogelijk. Bij snelle behandeling voorkomt u dat een kankergezwel doorgroeit in het omringende weefsel of dat het uitzaait. Bij uitzaaiingen ontstaat kanker op andere plaatsen in het lichaam.

Artsen schrijven axitinib voor bij niercelkanker.

Oorzaak
In elke cel zit DNA. DNA bevat de erfelijke eigenschappen van ons lichaam, zoals de bloedgroep en de kleur van de ogen. Door het DNA weten cellen wat ze moeten doen. Bijvoorbeeld ook hoe snel ze zich moeten delen.
Bij een celdeling ontstaan uit één cel 2 dochtercellen, met exact hetzelfde DNA als de moedercel. Als het stukje DNA dat de celdeling bestuurt beschadigd raakt, kan de cel zich sneller gaan delen. De nieuwe cellen bevatten dezelfde beschadiging in het DNA als de moedercel. Daardoor gaan ook deze cellen zich veel te snel delen, met kanker tot gevolg.

Hoe de beschadiging in het DNA ontstaat, is vaak onbekend. Het lijkt soms te komen door chemische stoffen als teer in tabaksrook, of door asbest, alcohol, te veel of te vet voedsel, straling of door een erfelijke aanleg.

Verschijnselen
Kanker is een verraderlijke ziekte. Elke kankersoort veroorzaakt weer andere klachten. In het beginstadium zijn er vaak helemaal geen verschijnselen. Pas als een kankergezwel tegen zenuwen aan gaat drukken, is pijn te voelen.

Sommige klachten komen bij vrijwel alle kankersoorten voor, zoals erge vermoeidheid, gebrek aan eetlust en sterke vermagering (bijvoorbeeld meer dan 3 kilo per maand).
Bij niercelkanker ziet u soms bloed in de urine, en heeft u soms pijn en druk in de rug en zij. Heel vaak merkt men echter niets van de kanker, en zorgen de uitzaaiingen pas voor klachten.

Behandeling
De behandeling hangt af van de plaats waar de kanker zit en hoe ver de ziekte is gevorderd. Operatie, chemotherapie met cytostatica en bestraling zijn de meest voorkomende behandelingsmethoden.

Artsen schrijven axitinib voor bij vergevorderde of uitgezaaide niercelkanker, als andere behandelingen niet meer werken of niet hebben geholpen, zoals met sunitinib, aldesleukine of interferon.

Effect
Tyrosinekinases zijn enzymen die alle cellen, dus ook kankercellen, nodig hebben voor hun groei. Axitinib remt sommige van deze enzymen. Hierdoor kunnen de kankercellen geen bloedvaten naar de tumor toe aanleggen. De tumor krijgt dan minder voeding, waardoor het minder hard kan groeien.

Lees meer over kanker . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Dit medicijn heeft een krachtige werking op de celdeling, niet alleen van kankercellen maar ook van gezonde lichaamscellen. Hierdoor kunnen bijwerkingen ontstaan. Bijvoorbeeld op plaatsen waar de cellen zich van nature snel delen. Dit zijn de slijmvliezen van mond, maag en darmen, de huid, de haren en het bloed.

Door de lijst van bijwerkingen kan het lijken dat het middel erger is dan de kwaal. Maar de bijwerkingen komen lang niet bij iedereen in dezelfde mate voor. Bovendien gaan de meeste bijwerkingen na de behandeling geleidelijk over.

Neem contact op met uw arts of verpleegkundige als u veel last heeft van één van de genoemde bijwerkingen. Soms is het nodig om de dosering aan te passen zodat de bijwerkingen verminderen. Soms zal de arts een ander medicijn voorschrijven tegen de bijwerkingen.

Bespreek ook met uw arts of verpleegkundige als u zich zorgen maakt over bijwerkingen. Ervaart u andere bijwerkingen dan die hieronder staan? Meld dat dan aan uw apotheek, arts of verpleegkundige.

De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende:

Regelmatig (bij meer dan 30 op de 100 mensen)

  • Maagdarmklachten, zoals diarree, misselijkheid. Ook minder eetlust, waardoor u kunt afvallen. Soms braken, verstopping, maagpijn, brandend maagzuur, buikpijn en winderigheid. Zelden bloeding in maag of darmen, met hevige pijn in de buik en opgeven van bloed. Waarschuw in dat geval meteen uw arts.
     

    Om maagpijn en brandend maagzuur te bestrijden, en de kans op een bloeding te verminderen, kan de arts een maagbeschermend middel voorschrijven.
    Bij misselijkheid schrijft de arts een antibraakmiddel voor. Mogelijk helpt het om vaker te eten, maar dan kleine beetjes. Blijft u misselijk of moet u vaker dan één keer per dag braken? Overleg dan met uw arts.
    Van overgeven en diarree kunt u uitdrogen. Heeft u diarree of moet u overgeven? Zorg dat u extra drinkt. Neem contact op met uw arts als u bovenop uw normale ontlastingpatroon 4 keer of vaker per dag dunne ontlasting heeft, of als u ook 's nachts diarree heeft. Soms is het nodig om uitdroging te voorkomen met medicijnen tegen diarree of met een vochtinfuus.

  • Hoge bloeddruk

    Uw arts zal uw bloeddruk regelmatig controleren.

  • Vermoeidheid

  • Heesheid

  • Het hand-voet-syndroom. Hierbij raken uw handen en voeten rood en gezwollen met pijn, een branderig gevoel, kloven, blaren, eelt of vervellen. Waarschuw uw arts als u deze verschijnselen krijgt.

    Tips om deze klachten te voorkomen: gebruik een vochtinbrengende crème op uw handen en voeten. Breng de crème voorzichtig op. Wrijf hem niet in, want dan krijgt u sneller last van blaren. Draag schoenen die goed passen en niet knellen. Soms helpt het als u eelt laat verwijderen. Doe dat bij een gespecialiseerde pedicure. Overleg dit met uw arts.

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Pijnlijke mond, tong of keel, en smaakstoornissen.
     

    Deze bijwerkingen ontstaan door ontsteking van de slijmvliezen van mond, keel en slokdarm. U kunt dit zien aan een vuurrode kleur van de slijmvliezen. Eten en drinken kunnen hierdoor pijnlijk zijn.
    In veel gevallen helpt het om regelmatig op ijsblokjes te zuigen. Ingrepen aan uw gebit of in uw mond kunnen de klachten verergeren. Daarom is het verstandig vóór u aan de behandeling begint, uw tandarts uw gebit te laten controleren en eventueel behandelen.
    Verzorg uw gebit extra goed door een aantal maal per dag te poetsen met een zachte tandenborstel. Ook kunt u spoelen met een desinfecterende mondspoeling.

  • Hoofdpijn

  • Bloedarmoede en meer kans op bloedingen, zoals bloedneuzen. Neem bij de volgende verschijnselen contact op met uw arts: extreme vermoeidheid, bleke huid en bleke slijmvliezen, bloedneuzen, bloed in de urine of ontlasting, blauwe plekken en onderhuidse bloedingen.

    Deze bijwerkingen ontstaan doordat het lichaam minder rode bloedcellen en bloedplaatjes aanmaakt. De arts zal uw bloed tijdens de behandeling regelmatig laten controleren. Het bloed herstelt zich weer als de behandeling is gestopt.
    Moet u geopereerd worden? Meestal mag u dit medicijn vanaf de dag voor de operatie enige tijd niet slikken. Anders heeft u kans op te veel bloedverlies door de operatie. Overleg hierover met uw arts.
    Zelden zijn er juist te veel rode bloedcellen in het bloed. Uw arts zal uw bloed controleren.

  • Hoesten en benauwdheid. Zelden keelpijn.

     

  • Te trage werking van de schildklier. Zelden juist een te snelle schildklierwerking. U merkt een te langzame schildklier aan vermoeidheid, verstopping, kouwelijkheid en gewichtstoename. Een te snelle werking merkt u aan diarree warmtestuwing, en een gejaagd gevoel.
     

    Raadpleeg bij deze verschijnselen uw arts.

  • Huiduitslag en een droge huid. Zelden jeuk.

    U kunt veel van de klachten beperken door regelmatig te smeren met een vettende crème. Huiduitslag kan wijzen op overgevoeligheid maar dat hoeft niet. Raadpleeg bij huiduitslag uw arts.

  • Gewrichtspijn en pijn in armen en benen. Zelden spierpijn.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Duizeligheid, oorsuizen

  • Trombose (bloedpropje in de bloedvaten). Verschijnselen van trombose zijn een dikke, harde, rode en pijnlijke plek op het been. Of een plotseling optredende kortademigheid of pijn vastzittend aan de ademhaling, soms met het ophoesten van bloed.

    Waarschuw in deze gevallen onmiddellijk een arts, of ga meteen naar de Eerste-hulpdienst.

  • Haaruitval

    Niet alleen van hoofdhaar, maar ook van wenkbrauwen, wimpers, okselhaar en schaamhaar. Na stoppen met dit medicijn gaat het haar meestal na ongeveer een maand weer groeien.

  • Aambeien, zweertje in de anus

  • Kiespijn

  • Hartklachten. Raadpleeg uw arts bij benauwdheid, vermoeidheid en dikke enkels of benen.

  • Ontstoken galblaas. U kunt dan ziek worden en koorts krijgen.

  • Verminderde werking van de nieren. Uw arts zal uw nieren regelmatig controleren. Waarschuw uw arts als u binnen enkele dagen in gewicht toeneemt, dikke enkels of onderbenen krijgt, minder plast dan normaal of een donkere urine heeft.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Meer kans op infecties. Neem bij de volgende verschijnselen contact op met uw arts: onverklaarbare koorts of keelpijn en blaasjes in de mond en keel. Neem ook altijd contact op met uw arts bij infecties zoals verkoudheid, keelontsteking, griep, steenpuisten en andere huidinfecties.

    Deze bijwerking ontstaat doordat het lichaam minder witte bloedcellen aanmaakt. Het bloed herstelt zich weer als de arts de dosering verlaagt of als u stopt met de behandeling.

  • Leveraandoening. Raadpleeg uw arts bij hevige buikpijn en bij een gele verkleuring van de huid.

  • Ernstige aandoening van de hersenen (deze aandoening heet PRES). Waarschuw uw arts bij sufheid, verwardheid, hoofdpijn, slechter zien en epileptische aanvallen.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik axitinib gebruiken met andere medicijnen?

Dit middel heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen en niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje 'Samenstelling'.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Vaccins. Overleg met uw arts als u gevaccineerd gaat worden. Bepaalde vaccins mag u niet gebruiken. Axitinib vermindert de werkzaamheid van deze vaccins en verhoogt de kans op bijwerkingen ervan. Dit betreft onder andere bof-mazelen-rodehondvaccin (BMR), gelekoortsvaccin, rotavirusvaccin en BCG-vaccin.
    Bij andere vaccins moet u soms een extra vaccinatie krijgen of moet uw bloed onderzocht om te kijken of het vaccin goed heeft gewerkt. Dit betreft onder andere influenzavaccin, tetanusvaccin en vaccin tegen baarmoederhalskanker.
  • Acenocoumarol en fenprocoumon, antistollingsmiddelen. Meld het aan de trombosedienst als u axitinib gaat gebruiken, als de dosering wijzigt of als u gaat stoppen met axitinib.
  • Sommige medicijnen tegen hiv. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat. Uw apotheker zal een slikschema maken waardoor de kans op wisselwerking zo klein mogelijk is.
  • Sommige medicijnen tegen kanker. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat. De werking en bijwerkingen van deze medicijnen kunnen veranderen. Overleg hierover met uw arts.

De volgende medicijnen verminderen de werking van axitinib. Mogelijk past uw arts de dosering aan. Of controleert de werking van axitinib. Overleg hierover met uw arts. Als u stopt met het medicijn duurt het een paar weken totdat dit effect op axitinib weg is.

  • Hypericum (sint-janskruid), een kruidenmiddel tegen depressieve klachten.
  • Rifampicine en rifabutine, medicijnen tegen tuberculose.
  • Carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne en primidon, medicijnen tegen epilepsie. Sommige van deze medicijnen worden ook gebruikt bij zenuwpijn en manische depressiviteit.
  • Mitotaan, een medicijn tegen de ziekte van Cushing en bijnierschorskanker.

Sommige medicijnen kunnen de bijwerkingen van axitinib versterken. Overleg met uw arts als u een van de volgende medicijnen gebruikt.

  • Claritromycine en erytromycine, antibiotica.
  • Itraconazol en voriconazol, medicijnen om in te nemen tegen schimmelinfecties.
  • Ketoconazol, een medicijn tegen de ziekte van Cushing.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Het is belangrijk dat uw arts weet welke medicijnen u nog meer gebruikt. Neem daarom uw medicatieoverzicht mee als u naar het ziekenhuis gaat. Dit is een overzicht waarop staat welke medicijnen u gebruikt. Er staat ook andere belangrijke informatie op. Bijvoorbeeld of u allergisch bent voor bepaalde medicijnen. U kunt dit overzicht bij uw eigen apotheek opvragen.

Krijgt u in het ziekenhuis nieuwe medicijnen, of verandert er iets aan uw medicijngebruik? Geef dit dan ook weer door aan uw eigen apotheek. Dan blijft uw medicatieoverzicht actueel.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
Dit medicijn kan bijwerkingen veroorzaken, zoals duizeligheid en moeheid. Heeft u hier last van? Dan mag u niet autorijden. Het kan gevaarlijk zijn aan het verkeer deel te nemen zo lang u last heeft van deze bijwerkingen.

Gebruikt u ook andere medicijnen die deze bijwerkingen geven? Let er dan op dat u meer last kunt hebben van deze bijwerkingen.

Alcohol kan de bijwerking van dit medicijn sterker maken. Hierdoor kunt u duizelig en moe worden. Gebruik daarom liever geen alcohol of drink minder alcohol als u dit medicijn krijgt

Voor meer algemene informatie kunt u het thema 'Medicijnen in het verkeer' lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) mag autorijden.

alcohol drinken?
Alcohol irriteert de slijmvliezen van de mond, maag en darmen. Het vergroot daardoor de kans op bijwerkingen op deze slijmvliezen. Gebruik daarom liever geen alcohol en zolang u last heeft van uw mond, maag en darmen.

alles eten?
Bij dit medicijn kunt u beter niet te veel grapefruit eten, of grapefruitsap drinken. Dan is de kans op bijwerkingen namelijk groter.

  • Wilt u grapefruitsap drinken? Drink niet meer dan 2 dagen per week een glas grapefruitsap. En wacht elke keer dat u grapefruitsap heeft gedronken ten minste 3 dagen totdat u weer grapefruitsap drinkt.
    Dus: als u op maandag grapefruitsap drinkt, wacht dan tot donderdag met het opnieuw drinken van grapefruitsap.
  • Wilt u grapefruit eten? Eet niet meer dan 2 dagen per week 1 of 2 grapefruits. En wacht na elke keer dat u grapefruit hebt gegeten ten minste 3 dagen totdat u weer grapefruit eet.
    Dus: als u op maandag grapefruit eet, wacht dan tot donderdag met het opnieuw eten van grapefruit.

Bent u gewend om veel of vaak grapefruits te eten, of grapefruitsap te drinken? Bespreek dit dan met uw apotheker of arts. Misschien is er een ander medicijn dat u kunt gebruiken dat wel goed samengaat met grapefruit(sap). Lees hier meer informatie over grapefruit en medicijnen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Gebruik dit medicijn NIET als u zwanger bent of wilt worden. Er is een grote kans dat het medicijn aangeboren afwijkingen bij het kind veroorzaakt. Tijdens de behandeling en tot en met 1 week na de laatste tablet mag u niet zwanger worden. Bespreek met uw arts een betrouwbare anticonceptiemethode.

Borstvoeding
Geef GEEN borstvoeding als u dit medicijn gebruikt. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk komt. Als het in de moedermelk komt, kan het schadelijk zijn voor het kind.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek.

Hoe?
Neem de tablet in met een half glas water.

Moet u kort na inname overgeven? Neem GEEN nieuwe tablet, maar overleg met uw arts of verpleegkundige.

Wanneer?
U kunt dit medicijn met of zonder voedsel innemen.
Bij misselijkheid kan het helpen als u het met voedsel inneemt.

U neemt dit medicijn 2 keer per dag. Kies hiervoor vaste tijdstippen. U vergeet dan minder snel een dosis. Kies tijdstippen met ongeveer 12 uur ertussen, bijvoorbeeld om 8 uur 's ochtends en 8 uur 's avonds.

Hoelang?
U kunt dit medicijn gebruiken zolang het goed werkt bij uw aandoening.

Terug naar overzicht